Ondergronden voor Schlüter®-DITRA:
De ondergrond waarop Schlüter-DITRA moet worden geplaatst, dient altijd gecontroleerd te worden op geschiktheid zoals bijv. effenheid, draagkracht, zuiverheid en compatibiliteit. Bestanddelen die een goede hechting verhinderen, moeten van het oppervlak worden verwijderd. Het uitvlakken van oneffenheden of het uitvoeren van een nivellerings- of hellingslaag moet gebeuren voor het aanbrengen van DITRA.
Beton
Beton is onderhevig aan langdurige vormveranderingen door krimp. Bij beton en voorgespannen beton kunnen bovendien spanningen optreden ten gevolge van doorbuiging. Door het gebruik van DITRA worden de ontstane spanningen tussen het beton en de vloer- of wandtegels opgevangen, zodat de tegels kunnen worden geplaatst zodra het beton voldoende stabiel is.
Cementdekvloer
Cementdekvloeren moeten volgens de geldende voorschriften ten minste 28 dagen oud zijn en een restvochtgehalte van kleiner dan 2 CM-% hebben voordat de tegels worden gelegd. Vooral zwevende en verwarmde dekvloeren kunnen ten gevolge van belastingen en temperatuurveranderingen ook achteraf nog vervormen of barsten.
Bij gebruik van DITRA kunnen de tegels op verse cementdekvloer worden geplaatst zodra deze begaanbaar is.
Bij eventuele barsten en vervormingen van de dekvloer achteraf, worden deze door DITRA geneutraliseerd en kunnen ze niet aan de tegelbekleding worden doorgegeven.
Calciumsulfaatdekvloer
Calciumsulfaatdekvloer (anhydrietdekvloer) mag bij het plaatsen van tegels volgens de geldende voorschriften max. 0,5 CM-% restvochtgehalte bevatten. Door het gebruik van DITRA kan al bij een restvochtigheid van minder dan 2 CM-% een tegelbekleding worden aangebracht.
Indien nodig, moet het dekvloeroppervlak worden voorbehandeld volgens de voorschriften en instructies van de fabrikant (schuren, voorstrijken). Gebruik voor het verlijmen van DITRA een hydraulisch afbindende of een andere daarvoor geschikte dunbedmortel. De dekvloer wordt aan de bovenkant door DITRA tegen indringend vocht beschermd. Omdat calciumsulfaatdekvloeren gevoelig zijn voor vocht, moeten ze worden beschermd tegen bijkomende vochtbelasting, onder andere uit de ondergrond.
Verwarmde dekvloer
DITRA kan ook op verwarmde dekvloeren worden toegepast volgens de hierboven genoemde instructies (m.b.t. cement, calciumsulfaat). Bij het gebruik van DITRA kan de bekledingsconstructie al 7 dagen na voltooiing worden verwarmd. Beginnend bij 25 °C kan de aanvoertemperatuur daarbij dagelijks met max. 5 °C tot de gebruikstemperatuur van max. 40 °C worden verhoogd. De door DITRA gevormde luchtkanalen zorgen voor een snelle en gelijkmatige verdeling van de warmte onder de tegelbekleding.
Opmerking:
Voor vloerverwarming verwijzen wij naar ons systeem Schlüter-BEKOTEC-THERM als de klimaatregelende tegelvloer.
Schlüter-DITRA is tevens geschikt als ontkoppeling voor vloerverwarmingen met dunne, elektrische verwarmingsmatten. Schlüter-DITRA kan daarbij onder of op de verwarmingsmat worden gelegd. De beste ontkoppeling wordt verkregen door ze op de verwarmingsmat te plaatsen.
Voor een elektrische vloer-/wandtemperatuurregeling is met Schlüter-DITRA-HEAT een speciale ontkoppelingsmat ontwikkeld voor het aanbrengen van bij het systeem horende verwarmingskabels. Zie hiervoor productfiche 6.4.
Droge dekvloerelementen
Na vakkundige installatie volgens de voorschriften van de fabrikant voor droge dekvloerelementen kan bij gebruik van DITRA het maximale tegelformaat naar wens worden gekozen.
Metselwerk / gemengde ondergronden
Volledig gevoegd metselwerk van baksteen, kalkzandsteen, cementgebonden baksteen, cellenbeton en dergelijke is in principe geschikt als ondergrond voor DITRA. Oneffenheden moeten vooraf worden geëgaliseerd. Vooral bij renovaties, verbouwingen en aanbouw bestaan ondergronden vaak uit verschillende materialen (gemengd metselwerk), die als gevolg van verschillende vervormingen neigen tot barstvorming aan de grensvlakken. Dankzij DITRA worden de spanningen en barsten die daarbij ontstaan niet op de tegelbekleding overgebracht.
Gipspleister / -stenen
Gipsondergronden moeten, na controle volgens de erkende regels, droog zijn; het oppervlak moet zo nodig met een grondlaag worden voorbehandeld. DITRA kan met een hydraulisch afbindende of een andere geschikte dunbedmortel worden verlijmd.
Balkons / terrassen
Schlüter-DITRA als ontkoppelingsmat neutraliseert de spanningen tussen de ondergrond en de tegelbekleding, die bij balkons vooral het gevolg zijn van veelvuldige en sterke temperatuurschommelingen. Bovendien kan DITRA bij vrij uitkragende balkons en terrassen op volle grond, die enkel blootgesteld zijn aan belasting door personen, dienst doen als afdichtingslaag in combinatie met tegelbekleding (zie hiervoor de aanwijzingen m.b.t. de afdichting). De ondergrond (beton, dekvloer) moet voldoende afschot hebben.
Indien oude bekledingen voldoende draagkrachtig zijn en het nodige afschot hebben, kan bij renovatie de bestaande bekledingsconstructie als ondergrond worden gebruikt. In alle andere gevallen moeten voor de verlijming van DITRA alle losse of onvoldoende vastzittende onderdelen worden verwijderd en oneffenheden of een ontbrekend afschot met geschikte kant-en-klare mortel worden geëgaliseerd.
Bij vloerbekledingen met afmetingen ≥ 30 x 30 cm raden wij het gebruik van Schlüter-DITRA-DRAIN aan (zie hiervoor productfiche 6.2).
Dakterrassen
Dakterrassen boven woon-/gebruiksruimten en andere vertrekken, alsook overkappingen, moeten eerst – volgens de geldende voorschriften voor dakconstructies – als plat dak worden geconstrueerd.
In het geval van thermisch geïsoleerde woon- en gebruiksruimten (en ruimten waarin de temperatuur met die van de buitenlucht verschilt) is voor een normconforme constructie zowel een dampscherm als een bovenste afdichtingslaag vereist. Eventueel afwijkende nationale normen en/of van toepassing zijnde informatiebladen moeten in acht worden genomen. Op de bovenste afdichtingslaag moet een drainage (Schlüter-TROBA of Schlüter-TROBA-PLUS) worden aangebracht. Daarop komt een dekvloer als lastspreidingslaag. Op het dekvloeroppervlak wordt DITRA als ontkoppeling voor de tegelbekleding en als vochtbescherming voor de dekvloer verlijmd. Schlüter-DITRA als ontkoppelingsmat neutraliseert de spanningen tussen de ondergrond en de tegelbekleding, die bij terrassen het gevolg zijn van veelvuldige en sterke temperatuurschommelingen.
Bij vloerbekledingen met afmetingen ≥ 30 x 30 cm raden wij het gebruik van Schlüter-DITRA-DRAIN aan (zie hiervoor productfiche 6.2).
Kunststofbekledingen en coatings
De oppervlakken moeten in principe draagkrachtig en zo uitgevoerd of voorbehandeld zijn dat een geschikte lijm erop hecht waarin dan het draagvlies van DITRA zich kan verankeren. Controleer eerst of de lijm compatibel is met de ondergrond en met DITRA.
Spaan- en multiplexplaten
Deze materialen zijn bijzonder onderhevig aan vormveranderingen onder inwerking van vocht (ook sterk schommelende luchtvochtigheid). Daarom dienen spaan- of multiplexplaten te worden gebruikt die een vochtwerende behandeling hebben ondergaan. De platen kunnen in principe als ondergrond voor zowel de wand als de vloer in binnentoepassing worden gebruikt. De dikte van de platen moet zo worden gekozen dat ze in combinatie met een geschikte draagconstructie voldoende vormvast zijn. De bevestiging gebeurt met schroeven die op een korte tussenafstand worden aangebracht. De naden moeten van het tand/groeftype en verlijmd zijn. Ten opzichte van de aangrenzende constructie-elementen moet een randvoeg van ca. 10 mm worden voorzien. Schlüter-DITRA neutraliseert de spanningen die in de tegelbekleding kunnen optreden en voorkomt bovendien dat er vocht indringt.
Plankenvloeren
Mits de plankenvloer voldoende draagkrachtig, vastgeschroefd en van het tand/groeftype is, kunnen keramische bekledingen er in principe rechtstreeks op worden gelegd. Alvorens DITRA op de plankenvloer te leggen, dient het vochtgehalte ervan in evenwicht te zijn. Een bewezen oplossing is in dit geval het aanbrengen van een extra laag spaan- of multiplexplaten. Oneffen vloeren moeten vooraf door geschikte maatregelen worden geëgaliseerd.
Gietasfalt
Met Schlüter-DITRA kunt u in binnentoepassing een keramische bekleding plaatsen op draagkrachtige, normconforme en niet verwarmde gietasfaltvloeren. Het oppervlak moet geschuurd zijn of op een zodanige wijze voorbereid worden dat de dunbedmortel voor het verlijmen van DITRA zich voldoende erop kan vasthechten.