logo

Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK

Toepassing en functie

Schlüter-BEKOTEC-EN 12 FK is de betrouwbare bekledingsconstructietechniek voor de realisatie van barstvrije en juist functionerende dekvloeren en verwarmde dekvloeren met bekledingen van keramiek, natuursteen en andere bekledingsmaterialen.

Dit hechtend systeem wordt rechtstreeks op geschikte, draagkrachtige ondergronden zoals beton, aanwezige dekvloer of houten vloerconstructie volgens het dunbedprocedé verlijmd. De dunbedmortel moet volgens de instructies van de fabrikant geschikt zijn voor de desbetreffende ondergrond. Voor de verwarming moet de ondergrond worden gecontroleerd op geschiktheid (bewegingsvoegen, randisolatiestroken etc.).

Het systeem is gebaseerd op de dekvloernoppenplaat BEKOTEC-EN 12 FK met aan de achterzijde een dragende vlieslaag. Op basis van de geometrie van de noppenplaat BEKOTEC-EN 12 FK wordt een minimale laagdikte van de dekvloer van 20 mm tussen en 8 mm boven de noppen verkregen. De afstanden tussen de noppen zijn zodanig gerangschikt dat voor het realiseren van een verwarmde dekvloer de bij het systeem behorende verwarmingsbuizen met een diameter van 10 mm in een raster van 50 mm kunnen worden geklemd.

De vloerverwarming is gemakkelijk regelbaar en kan optimaal worden gebruikt bij een lage aanvoertemperatuur omdat er een relatief dunne dekvloermassa (bij een bedekking van 8 mm ca. 40 kg/m² ≙ 20 l /m²) moet worden verwarmd of afgekoeld.

De optredende krimp tijdens de uitharding van de dekvloer wordt modulair in het noppenraster afgebouwd. Spanningen ten gevolge van de krimpvervorming kunnen bijgevolg niet inwerken op het volledige oppervlak. Daarom kan worden afgezien van een uitvoering met schijn- en bewegingsvoegen. Zodra de cementdekvloer begaanbaar is, wordt de ontkoppelingsmat Schlüter-DITRA (alternatief: Schlüter-DITRA-DRAIN 4 of Schlüter-DITRA-HEAT) erop gelijmd (calciumsulfaatdekvloer ≤ 2 CM-%). Daarop worden dan rechtstreeks volgens het dunbedprocedé keramische tegels of natuursteen geplaatst. Bewegingsvoegen in de bekledingslaag moeten met Schlüter-DILEX in de vereiste afstanden worden gerealiseerd.

Bekledingsmaterialen die scheurbestendig zijn, zoals parket of vaste tapijt, worden rechtstreeks op de dekvloer gelegd zodra de toegelaten bekledingsspecifieke restvochtigheid is bereikt.

Raadpleeg het technische handboek voor meer informatie.


Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK

Verwerking

  1. Schlüter-BEKOTEC-EN 12 FK wordt als hechtend systeem door middel van een draagvlies aan de achterzijde, volgens het dunbedprocedé op de draagkrachtige ondergrond verlijmd. De ondergrond mag geen bestanddelen bevatten die de hechting nadelig beïnvloeden en moet draagkrachtig en vlak zijn. Eventuele nivelleringsmaatregelen moeten worden uitgevoerd voordat BEKOTEC-EN 12 FK wordt geplaatst.

    De keuze van de lijm waarmee ­BEKOTEC-EN 12 FK wordt verwerkt, moet afgestemd zijn op het type ondergrond. De lijm moet op de ondergrond hechten en zich mechanisch in het draagvlies van BEKOTEC-EN 12 FK verankeren. Op de meeste ondergronden kan een hydraulisch afbindende dunbedmortel worden gebruikt. Ga op voorhand na of de verschillende materialen compatibel zijn. De dunbedmortel wordt met een getande lijmkam (aanbeveling 6 x 6 mm) op de ondergrond aangebracht.
  2. De bekledingsranden aan de wand of inbouwelementen moeten met de 8 mm dikke randstrook Schlüter-­BEKOTEC-BRS 808 KSF worden voorzien. De aan de randstrook geïntegreerde klevende steunvoet heeft aan de onderkant een klevende bevestigingsstrook. Door de verlijming op de ondergrond en de voorspanning van de steunvoet wordt de randstrook tegen de wand gedrukt. Door de Schlüter-BEKOTEC-noppenplaat op de kleefbasis te leggen, ontstaat een verbinding waarbij de plaat op de ondergrond wordt bevestigd en die verhindert dat vloeibare dekvloer tijdens de verwerking kan doorsijpelen.
  3. De noppenplaten BEKOTEC-EN 12 FK worden over het volledige oppervlak met het draagvlies in de reeds aangebrachte lijmlaag ingebed. Houd rekening met de open tijd van de lijm. De noppenplaten BEKOTEC-EN 12 FK moeten in de randzone nauwkeurig passend worden uitgesneden. De BEKOTEC-platen worden onderling verbonden door deze met één noppenrij overlappend in elkaar te steken (zie foto).

    In de deuropening en aan de verdeler kan voor het eenvoudig plaatsen van de buizen de vlakke compensatieplaat Schlüter-BEKOTEC-ENFGK worden gebruikt, die met het draagvlies aan de achterzijde op de draagkrachtige en vlakke ondergrond wordt verlijmd. Indien nodig kan voor de bevestiging van de noppenplaten de bijgevoegde dubbelzijdige kleefband op de bovenkant van de compensatieplaat worden aangebracht. Met de zelfklevende buisklemhouder Schlüter-­BEKOTEC-ZRKL 10/12 worden de buizen nauwkeurig in deze zone aangebracht.
  4. Voor het realiseren van de Schlüter-­BEKOTEC-THERM vloerverwarming kunnen de bij het systeem behorende verwarmingsbuizen met een diameter van 10 mm na uitharding van de dunbedmortel tussen de van een holte voorziene noppen worden ingeklemd. De buisafstanden moeten overeenkomstig het vereiste verwarmingsvermogen aan de hand van de BEKOTEC verwarmingsdiagrammen worden gekozen.
  5. Voor het aanbrengen van de dekvloer wordt een verse cementdekvloer met sterkteklasse CT-C25-F4, max. F5 of een calciumsulfaatdekvloer CA-C25-F4, max. F5, met een minimale dekvloerbedekking van 8 mm (hierbij wordt 0-4 mm steenkorrel aanbevolen) in de noppenplaat aangebracht. Als hoogtecompensatie kan de laagdikte gedeeltelijk tot maximaal 15 mm worden verhoogd. Ook geschikte vloeibare dekvloeren CAF/CTF die aan de specificatie voldoen, kunnen worden gebruikt. Hierbij moet rekening worden gehouden met de systemen die voor deze toepassing zijn goedgekeurd.

    Opmerking: Afwijkende dekvloereigenschappen moeten vooraf per project met onze technische verkoopafdeling worden besproken.

    Om contactgeluidsoverdracht tussen twee ruimten te voorkomen, moet de dekvloer op die plaatsen worden gescheiden met het uitzettingsvoegprofiel Schlüter-DILEX-DFP.
  6. Onmiddellijk na het bereiken van een beginsterkte die toelaat dat op de cementdekvloer kan worden gelopen, wordt de ontkoppelingsmat Schlüter-DITRA (alternatief: Schlüter-DITRA-DRAIN 4 of Schlüter-DITRA-HEAT) met inachtneming van de verwerkingsinstructies van productfiche 6.1 (alternatief: 6.2 of 6.4) verlijmd. Calciumsulfaatdekvloeren kunnen met de ontkoppelingsmat worden bekleed zodra een restvochtigheid ≤ 2 CM-% wordt bereikt.
  7. Als flexibele randvoeg bij de overgang tussen vloer en wand moet het hoekbewegingsprofiel Schlüter-­DILEX-EK resp. -RF (zie productfiche 4.14) worden geplaatst. Het uitstekende deel van de randstrook BEKOTEC-BRS 808 KSF moet vooraf worden afgesneden.
  8. Bij het gebruik van de klimaatregelende tegelvloer BEKOTEC-THERM als vloerverwarming kan de afgewerkte bekledingsconstructie al na 7 dagen worden opgewarmd. Beginnend bij 25 °C kan de aanvoertemperatuur dagelijks met max. 5 °C worden verhoogd tot de gewenste gebruikstemperatuur.
  9. Bekledingsmaterialen die geen risico lopen op scheuren (bijv. parket, vast tapijt of kunststof bekledingen), worden zonder ontkoppelingsmat rechtstreeks op de BEKOTEC dekvloer aangebracht. Daarbij moet de hoogte van de dekvloer aan de desbetreffende materiaaldikte worden aangepast.

    Opmerking: Naast de geldende verwerkingsrichtlijnen moet rekening worden gehouden met de voor het gekozen bekledingsmateriaal toegelaten restvochtigheid van de dekvloer. Gedetailleerde verwerkingsinstructies in combinatie met niet-keramische bekledingen kunt u vinden in het technische handboek voor Schlüter-­BEKOTEC-THERM of verkrijgen bij onze technische verkoopafdeling.

Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK

Materiaal

Schlüter-BEKOTEC-EN 12 FK is gemaakt van drukstabiele poly­styreen-structuurfolie met een dragende vlieslaag en geschikt voor toepassing van klassiek aangebrachte dekvloeren op basis van cement of calciumsulfaat en voor vloeibare dekvloeren.


Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK

Opmerking

Schlüter-BEKOTEC-EN 12 FK, -ENFGK en -BRS zijn onrotbaar en vereisen geen bijzondere verzorging of onderhoud. Voor en tijdens het storten van de dekvloer moet de noppenplaat door aangepaste maatregelen, bijv. het leggen van loopplanken, worden beschermd tegen beschadigingen door mechanische invloeden.


Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK

Varianten


Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK

Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK

1 plaat (0,77 m²) = minimale besteleenheid

Randstrook:
Voor de dekvloernoppenplaat EN 12 FK moet de randstrook BRS 808 KSF worden gebruikt.


Schlüter®-BEKOTEC-ENFGK

Effectieve oppervlakte: 110 x 70 cm = 0,77 m²

In de set inbegrepen:
1 compensatieplaat
6 m dubbelzijdige kleefband


Schlüter®-BEKOTEC-EN 18 FTS

Voordelen van het Schlüter®-BEKOTEC- systeem

  • Garantie:
    Op voorwaarde dat de verwerkingsvoorschriften worden nageleefd en de bekleding niet overmatig wordt belast, verleent Schlüter®-Systems een waarborg van vijf jaar tegen gebreken in de degelijkheid en tegen beschadiging van de bekledingsconstructie.
     
  • Barstvrije bekleding:
    Het Schlüter®-BEKOTEC- systeem is zo uitgevoerd, dat drukspanningen van de dekvloer modulair in het raster van de noppenbaan worden afgebouwd. Er wordt afgezien van een constructieve wapening.
     
  • Vervormingsarme constructie:
    De volgens het Schlüter®-BEKOTECsysteem opgebouwde bekledingsconstructie is in gebruikstoestand vrij van eigen spanningen, zodat het kromtrekken van het oppervlak vrijwel uitgesloten is. Dit geldt in het bijzonder ook voor grote temperatuurschommelingen bijv. bij verwarmde dekvloeren.
     
  • Voegloze dekvloer:
    Omdat via de dekvloer van het Schlüter®-BEKOTEC-systeem de optredende drukspanningen gelijkmatig over de volledige oppervlakte kunnen afvloeien, kan er worden afgezien van uitzettingsvoegen in de dekvloer.
     
  • Bewegingsvoegen in het voegraster van de tegel- of plaatbekleding:
    Bij het Schlüter®-BEKOTEC- systeem kunnen de bewegingsvoegen tijdens het plaatsen van de tegel- of plaatbekleding worden aangepast aan het gewenste voegpatroon van de bekleding; er moeten immers geen scheidingsvoegen uit de dekvloer in de bovenlaag worden overgenomen. Er dient slechts rekening te worden gehouden met de algemene regels voor het indelen van de bekledingsvelden.
     
  • Korte bouwtijd: 
    Op de volgens het Schlüter®-BEKOTECsysteem gerealiseerde dekvloer kan met behulp van de ontkoppelingsmat onmiddellijk na begaanbaarheid worden bekleed met keramische tegels, natuurof kunststeen. Als een vloerverwarming wordt ingebouwd, kan de bekleding reeds 7 dagen na de afwerking worden opgewarmd.
     
  • Minder materiaalverbruik:
    Bij een dekvloerbedekking van 8 mm is slechts ca. 40 kg/m² ≙ 20 l/m² dekvloermassa nodig.
     
  • Snel reagerende vloerverwarming:
    Een volgens het Schlüter®-BEKOTECsysteem in combinatie met een vloerverwarming aangebrachte bekledingsconstructie reageert in vergelijking met traditionele verwarmde dekvloeren sneller op temperatuursveranderingen, aangezien een gevoelig kleinere massa moet worden afgekoeld of opgewarmd. Vandaar dat de vloerverwarming lager kan worden ingesteld, wat energie bespaart.

Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK

Technische gegevens

  • Diameter noppen: ca. 44 mm Legafstanden: 50, 100, 150 mm ...
    Systeemspecifieke verwarmingsbuizen: ø 10 mm
    De zijden van de noppen zijn van een holte voorzien, zodat de verwarmingsbuizen zonder bevestigingsklemmen op hun plaats worden gehouden.
  • Verbindingen: De noppenplaten worden aan elkaar bevestigd door deze met één noppenrij overlappend te plaatsen.
  • Effectieve oppervlakte:
    1,1 x 0,7 m = 0,77 m²
    Plaathoogte: 12 mm 
  • Verpakking: 10 stuks/doos = 7,7 m²
    De doosafmeting bedraagt ca. 1160 x 800 x 80 mm.

Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK

Bijkomende systeemproducten

Compensatieplaat
De compensatieplaat Schlüter®-BEKOTEC-ENF GK wordt in de deurzone en bij de Schlüter-meergroeps-verdeelunit op de draagkrachtige ondergrond verlijmd, om de verbinding te vergemakkelijken en het uitsnijwerk te minimaliseren. De plaat bestaat uit een vlakke polystyreen-folie. Indien nodig kan de noppenplaat met de op de compensatieplaat extra aangebrachte dubbelzijdige kleefband BEKOTEC-BTZDK66 worden bevestigd. Afmeting: 1100 x 700 mm

Buisklemhouder
Schlüter®-BEKOTEC- ZRKL 10/12 is een buisklemhouder om de buizen juist te leiden op de compensatieplaat. De klemhouder is zelfklevend uitgerust, zodat hij op de compensatieplaat kan worden bevestigd. Lengte: 80 cm

Dubbelzijdige kleefband
Schlüter®-BEKOTEC-BTZDK66 is een dubbelzijdige kleefband voor de bevestiging van de noppenplaat op de compensatieplaat en, indien nodig, op de ondergrond. Rol: 66 m, hoogte: 30 mm, dikte: 1 mm

Randstrook
Schlüter-BEKOTEC-BRS 808 KSF is een randstrook van polyethyleenschuim met gesloten cellen, waarvan de voet aan de boven- en onderkant is voorzien van een klevende bevestigingsstrook. Door de verlijming ervan op de ondergrond en door de voorspanning van de steunvoet wordt de randstrook tegen de wand gedrukt. Door de BEKOTEC-noppenplaat op de klevende voet te leggen, ontstaat er een verbinding die verhindert dat vloeibare dekvloermortel kan doorsijpelen tijdens de verwerking.
​Rol: 25 m, hoogte: 8 cm, dikte: 8 mm

Uitzettingsvoegprofiel
Schlüter®-DILEX-DFP is een uitzettingsprofiel voor de inbouw aan de deurzone om geluidsbruggen te vermijden. De tweezijdige coating en de kleefstrook maken een rechte plaatsing mogelijk.
Lengte: 1,00 m, hoogte: 60 / 80 / 100 mm, dikte: 10 mm
Lengte: 2,50 m, hoogte: 100 mm, dikte: 10 mm


Schlüter®-BEKOTEC-EN 12 FK


Uw contact bij Schlüter-Systems:

BENELUX bureau
Schlüter-Systems KG
Schotelven 28
B-2370 Arendonk
Tel. +32 (0)14 443080
E-mail: benelux@schlueter.de

image
Schrijf ons!

Hebt u een vraag of een suggestie?

Belangrijke aanvulling
tot onze producten en productvarianten vindt u hier:

Legenda voor de tabellen bij 'Varianten'

Voor een uniforme en duidelijke indeling van de tabellen gebruiken wij volgende symbolen en afkortingen:
image image image image

= easycut

= easyfill

= radiusperforatie leverbaar

= ook leverbaar in 3 m

 

Maatvoering:
H = Hoogte
L = Lengte
B = Breedte


Verpakking:
PL = Europallet
KV = Kistverpakking / doosverpakking
BV = Bundelverpakking (Voor alle profieltypes geldt een bundelverpakking van 10 stuks.)
P = Pakketverpakking
R = Rol
St. = Stuk